Woordpakket 4

12345678910111213141516
Across
  1. 2. Ik houd niet van honden, maar wel van ...
  2. 4. Hij zat niet vooraan of achteraan, maar in het ...
  3. 6. Soldaten gebruiken ... om te schieten.
  4. 10. Het is ... om er tussen te komen als iemand praat.
  5. 12. Zijn trui had een ... trui.
  6. 14. De dode vis ging naar de ...
  7. 15. Het eten moet nog even in de ... om op te warmen.
  8. 16. Hij tuitte zijn ... om te zoenen.
Down
  1. 1. Op het water dreef een ... vis.
  2. 2. Ik slaap iedere nacht met mijn ...
  3. 3. Alle leerlingen kregen in het begin van het schooljaar een...
  4. 5. Hij hoorde de treden van trap ...
  5. 7. Vroeger werkten de ... voor de rijken.
  6. 8. In het derde leerjaar is er een heel ... juf.
  7. 9. De leerlingen ..... veel plezier.
  8. 11. De lengte van de deur is 2 ...
  9. 13. Chocolade vind ik erg ...