Words lesson 2 Mike

123456789101112
Across
  1. 1. Als je niet in gevaar bent
  2. 4. als het niet hier is is het
  3. 5. niet duur maar
  4. 6. een tweewieler waarbij je met je benen moet bewegen om vooruit te komen
  5. 7. niet langzaam maar
  6. 10. een drinkpakje
  7. 11. een groot ding dat door de lucht vliegt
  8. 12. als je iets gaat verkennen
Down
  1. 1. beroemd snel eettentje
  2. 2. Als de trein niet optijd komt dan heeft de trein
  3. 3. ergens waar je naar toe moet
  4. 8. iets waar een trein overheen rijdt
  5. 9. iemand die in een voertuig rijdt