Zeebenen les 5

12345678910111213141516171819
Across
  1. 4. Apart, alleen, eenzaam
  2. 5. Zinken na een ongeluk
  3. 7. Een groot en ernstig ongeluk met een schip
  4. 8. Doodgaan door een ongeluk
  5. 9. In grote moeilijkheden of in gevaar zijn
  6. 10. Een teken dat je geeft als je in nood bent
  7. 11. Een schip dat gemaakt is om veel mensen te vervoeren
  8. 13. Het kind van ouders die op een binnenvaartschip wonen en werken
  9. 14. Zorgen dat iemand veilig is en goed verzorgd wordt
  10. 15. Een bed in een boot
  11. 16. Iemand die reist in een auto, trein of schip
  12. 18. Een plek waar kinderen door de weeks wonen
Down
  1. 1. Buiten op de vloer van een schip
  2. 2. Een botsing bij het varen
  3. 3. Met elkaar praten of schrijven als je niet bij elkaar kunt zijn
  4. 6. Wat je doet om iemand die in nood is te helpen
  5. 12. Een boot die dagelijks tussen twee plaatsen vaart
  6. 14. Een reis over het water
  7. 17. Het deel van het leger dat op schepen en op het water werkt
  8. 19. Heel erg droevig, maar niemand kan er iets aan doen