Ziekenhuis

12345678910
Across
  1. 5. Een besmettelijke ziekte gaat van de ene persoon naar de andere persoon
  2. 9. Een kamer waar je alleen ligt, zonder andere mensen
  3. 10. Je ziekte aan iemand doorgeven. Bijvoorbeeld als je verkouden bent, kun je de andere mensen aansteken. Je komt dan zo dicht bij hen, dat zij ook verkouden worden.
Down
  1. 1. Een ruimte waar je wacht tot je aan de beurt bent.
  2. 2. In het ziekenhuis is dit een kamer waar een arts dingen met zijn patiënten bespreekt.
  3. 3. Een behandeling die maar één dag duurt Je hoeft dus niet in het ziekenhuis te blijven slapen
  4. 4. Verdoofd. Als je onder narcose bent, lijkt het net alsof je heel diep slaapt. Je voelt dan niet dat je wordt geopereerd.
  5. 6. Apparaten die bij elkaar horen
  6. 7. De afloop of het resultaat. Maar ook: pukkeltjes of vlekjes op je huid
  7. 8. Wie op hygiëne let, zorgt ervoor dat alles netjes en schoon is. Dat doet hij omdat hij niet ziek wil worden door bacteriën.