Across
- 6. Middel dat botten in de juiste positie houdt na een breuk.
- 9. Gebruik van spieren en gewrichten te zwaar door dezelfde beweging te vaak te herhalen.
- 11. Blessure waarbij de gewrichtsknobbel uit de gewrichtskom schiet.
- 12. Blessure waarbij het kraakbeen van de meniscus scheurt door een draaibeweging.
- 14. Plotselinge krachtige samentrekking van een spier.
- 15. Blessure waarbij gewrichtsbanden te ver uitrekken of scheuren.
- 17. Gevoel van pijn in spieren door ophoping van afvalstoffen na inspanning.
- 18. Middelen zoals handschoenen om blessures te voorkomen bij sporten.
- 19. Operatie waarbij een arts een gewricht van binnen kan bekijken en herstellen.
- 20. Aandoening waarbij een uitpuilende kraakbeenschijf op een zenuw drukt.
Down
- 1. Afsluitende oefeningen om spierpijn te voorkomen.
- 2. Plotselinge spierscheuring, vaak in de kuitspier.
- 3. Beschadiging aan een bot, gewricht of spier.
- 4. Ligamenten in het kniegewricht die boven- en onderbeen verbinden.
- 5. Methode om gewrichten te beschermen door ze met plakband om te wikkelen.
- 7. De manier waarop je zit, staat en beweegt.
- 8. Voorbereidende oefeningen om spieren op te warmen voor het sporten.
- 10. Blessure waarbij een bot in twee of meer stukken breekt.
- 13. Blessure waarbij een scheurtje in de vliezen rond spierbundels ontstaat.
- 16. Beschadiging van spiervezels en bloedvaatjes door een botsing of val.