groenten en fruit

12345678
Across
  1. 5. Ik ben fruit. Ik ben een tros met veel ronde vruchten.
  2. 6. Ik ben fruit. Ik ben oranje. Ik ben rond.
  3. 8. Ik ben een groente. Ik ben rood. Ik ben rond.
Down
  1. 1. Ik ben een groente. Ik ben groen. Ik ben lang.
  2. 2. Appel, druiven, banaan, ... samen =
  3. 3. Ik ben een groente. Ik ben oranje. Konijnen vinden mij lekker.
  4. 4. Ik ben fruit. Ik ben geel. Ik ben lang en smal.
  5. 6. Ik ben een groente. Ik ben groen. Ik heb veel blaadjes.
  6. 7. Ik ben fruit. Ik ben soms rood, groen of geel. Ik ben rond.