Across
- 3. zich in het water voortbewegen.
- 5. sport met bal aan de hand waar je best groot voor bent.
- 7. sport met dun zwaard waarbij je elkaar moet raken.
- 9. sport waarbij je eerst moet zijn op een bepaalde afstand.
- 10. 2 spelers of speelsters en een klein balletje.
- 11. zo hoog mogelijk springen.
- 12. sport 11 tegen 11 waarbij je met de bal aan de voet spelen.
- 13. 10 sporten tegelijkertijd beoefenen.
Down
- 1. sport tussen 2 spelers met de vuisten.
- 2. teamsport waarbij een harde bal met een van onderen gebogen slaghout in het doel moeten geslagen worden.
- 4. hardrijden op de fiets als sport.
- 6. met 2 samen een sprong uitvoeren.
- 8. sport zoals handbal maar in het water.
