Across
- 2. In het begin.
- 4. Tamelijk, nogal.
- 10. Aan de oppervlakte blijvend. Niet diepgaand.
- 12. Na er nog eens over nagedacht te hebben.
- 13. Maar. Echter.
- 14. Veel. In een groot aantal.
- 15. Toch.
Down
- 1. Heel weinig.
- 3. Op voorwaarde dat.
- 5. Ook niet.
- 6. Zonder te letten op... Zonder ... mee te tellen.
- 7. Kort en niet compleet.
- 8. In het bijzonder. Vooral dat en niets anders.
- 9. Vergeleken met andere dingen die ongeveer hetzelfde zijn.
- 11. Heel veel. Je kunt het niet tellen.
