Across
- 1. niet uitademen
- 2. Dat meisje is heel ziek. Ze moet ... naar de dokter.
- 3. Als je niet naar de les kan komen, moet je ...
- 4. niet mondeling
- 5. Sta op! Het is ... acht uur.
- 6. langzaam
- 9. Ik heb nog brood en fruit nodig. Ik ga ... doen.
- 10. Ik ga niet op reis. Ik heb geen tijd en ... geen geld.
- 12. Ik neem de ... naar de 8ste verdieping.
- 13. op tijd
- 16. persoon die liegt
- 17. vlug
Down
- 1. niet formeel
- 3. Ouders zijn ... voor hun kinderen.
- 4. geld opzij leggen voor later
- 7. niet algemeen
- 8. Je komt altijd te laat! Ik ben het ...
- 10. verstaan
- 11. niet aanwezig
- 14. persoon zonder partner
- 15. 's Morgens is het heel ... in het verkeer.
